Herken de das

Drie soorten die nog wel eens voor verwarring zorgen.

In het veld of zoals helaas vaker het geval is, langs de snelweg is het niet altijd makkelijk om te zien of je echt te maken hebt met een das.

De das is een marterachtige. Neefjes van de das zijn onder andere de otter, boommarter, steenmarter, nerts, bunzing, hermelijn en de wezel. De das is verreweg de grootste van allemaal. Als je kijkt naar het formaat in combinatie met de tekende zwart/witte kop is dat goed uit elkaar te houden.

Van neus tot kont is de das ongeveer 67 – 80 cm lang. Reken je de staart mee dan komen er nog eens 12 – 19 cm bij.

Het gewicht van de das is tussen de 9 – 17 kilo. De neefjes van de das hebben eerder het formaat van een huiskat.

In de praktijk zijn er twee soorten die nog wel eens voor verwarring zorgen. De wasbeer en de wasbeerhond. Bovenstaande afbeelding laat de drie soorten naast elkaar zien zodat de verschillen goed zichtbaar zijn.

Vooral de tekeningen op de kop en de kleuren zijn anders. Zo heeft de wasbeer een soort zorromasker op. Bij de das lopen de zwarte strepen in de lengte over de kop. Ook is de vorm van de kop anders. De wasbeerhond lijkt qua tekening wel wat op de wasbeer maar de kleur bruin overheerst.

 

De Das

De Europese das (wetenschappelijke naam Melis Melis) is een mysterieus roofdier dat struint door de nacht.

Hij behoort tot de marterachtigen en is vermoedelijk zo’n 800.000 jaar geleden ontstaan. 

Met zijn opvallende witte kop voorzien van twee zwarte strepen zou je hem in de vlugheid misschien kunnen aanzien voor een wasbeer of een stinkdier. 

De opvallende tekening op zijn kop dient waarschijnlijk om zijn vijanden te laten weten dat hij gevaarlijk is.

In tegenstelling tot het stinkdier geeft hij geen onaangename geuren af dus waarschijnlijk waarschuwt het voor zijn sterke beet.

Helemaal zeker kunnen we hier niet van zijn. 

Het geeft de das in elk geval wel een heel karakteristiek uiterlijk. 

De das is een zoogdier met krachtige poten en lange nagels.

Het gewicht is afhankelijk van verschillende factoren.

  • De mannetjes zijn zwaarder en groter dan de vrouwtjes.
  • En in het najaar zijn dassen doorgaans zwaarder omdat zij vetreserves opbouwen om de winter door te komen. 

Ze houden geen winterslaap maar zijn niet zo gecharmeerd van slecht weer. 

Als het koud is kunnen ze dus besluiten om een paar dagen in hun warme hol te blijven of om maar heel even naar buiten te gaan s’nachts. 

Tref je een das aan op klaar lichte dag dan is er meestal iets aan de hand met de das. 

Het kan dan helemaal geen kwaad om contact te zoeken met iemand van de dassenwerkgroep in de regio of om even te bellen met de dierenambulance. 

De das is een nachtdier.

Of hij dit altijd geweest is, is wel de vraag.

De kleine oogjes van de das helpen hem niet zo best in het donker. 

Contrasten kan hij goed zien maar iets scherp zien doet hij pas als het heel dichtbij is.

Wat dat betreft zou het logischer zijn dat de das overdag zou leven.

Het vermoeden bestaat dat door de vele vervolgingen van de mens (de das was door toedoen van de mens bijna uitgestorven) hij s’nachts is gaan leven.